Margarine, boter, mayonaise en melkvet vervangen door olijfolie ging in Amerikaanse cohortonderzoek samen met een lager overlijdensrisico. Het positieve effect was het grootst bij neurodegeneratieve ziekten.
Dat concludeert het Amerikaanse College van Cardiologen deze week in hun tijdschrift na analyse van de gegevens van in totaal 92duizend personen. Zij namen deel aan tussen 1990 en 2018 deel aan twee prospectieve cohortstudies en waren bij aanvang ziektevrij. In deze tijd overleden bijna 37duizend deelnemers. Analyse van voedingsgewoonten wees uit dat de groep deelnemers met de hoogste olijfolieconsumptie gemiddeld een negentien procent lager overlijdensrisico hadden ten opzichte van de groep die zelden of nooit olijfolie gebruikt.
Onderverdeeld naar ziekten, had de halve eetlepel – zeven gram – of meer olijfolie per dag ongeveer hetzelfde effect. Minus negentien procent kans om aan hart- en vaatziekten te overlijden, minus zeventien procent voor kanker en minus achttien procent voor ziekten van de ademwegen. De categorie neurodegeneratieve ziekten, zoals Alzheimer, sprong er uit. Daar ging de hoogste inname van olijfolie samen met een 29 procent lagere kans op overlijden.
Vervanging van tien gram margarine voor zeven gram olijfolie, zo berekenden de van Harvard afkomstige onderzoekers, was geassocieerd met een 8 tot 34 procent lagere kans op overlijden. Vergeleken met andere plantaardige oliën werd geen duidelijke verschil met olijfolie gevonden.
Plus beweging, groenten en fruit
Het persbericht van het College van Cardiologen meldt verder dat de deelnemers met de hoogste olijfolieconsumptie vaker sportief waren, Zuid-Europese of mediterrane wortels hadden, minder vaak rookten en juist meer groenten en fruit aten. ‘Het is mogelijk dat een hogere olijfolieconsumptie een gezondere dieet markeert en een hogere socio-economische status’, zegt Marta Guasch- Ferré, eerste auteur van de studie. ‘Echter, zelfs na correctie voor deze en andere sociaal-economische factoren bleven onze resultaten grotendeels hetzelfde.’
De groep deelnemers die het meeste olijfolie gebruikte, maakte slechts vijf procent van het totale aantal deelnemers uit. Gemiddeld consumeerden zij bij aanvang van de studie dagelijks negen gram olijfolie. In de loop van de jaren is het gebruik van olijfolie gestegen. Van 1,6 gram gemiddeld in 1990 naar 4 gram in 2010. De slechte roep van margarine vertaalde zich in een daling in diezelfde periode van 12 naar 4 gram.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief