Hogere dagelijkse inname van voedingsvezel ging samen met minder ziekteprogressie in patiënten die immunotherapie ontvingen. De grootste voordelen werden waargenomen in patiënten die voeding met veel vezels, maar geen probiotica gebruikten.
Dat blijkt uit nieuw onderzoek, aangevoerd door het Anderson Cancer Institute dat gelieerd is aan de universiteit van Texas in Houston, VS. Eerdere studies wezen al op verband tussen de activiteit van buikbacteriën en betere uitkomsten bij immunotherapie. De huidige studie, recentelijk verschenen in Science en alleen als samenvatting beschikbaar suggereert dat prebiotica de voorkeur verdient boven probiotica.
Het microbioom van de darm heeft een belangrijke – doch voornamelijk onbegrepen – rol in het functioneren van het immuunsysteem. Dat geldt ook voor de invloed van het microbioom in de response op medicatie die zich op het immuunsysteem richt. Zogeheten checkpoint therapie is een vorm van immunotherapie die de aanmaak van bepaalde proteïnen afremt die een immuunreactie temperen.
Bijwerkingen
Dat kan een duidelijke anti-kankerwerking hebben bij tumoren die in staat zijn de aanmaak van dit soort proteïnen juist te stimuleren. Want daardoor voorkomen deze tumoren dat ze aangevallen worden door immuuncellen. De medicatie – waarvan de naam meestal eindigt op ‘umab’ – haalt immuuncellen als het ware van de rem. Dat kan ernstige bijwerkingen tot gevolg hebben. Colitis, ontsteking van de dikke darm, is een veel voorkomende.
In hoeverre de betere uitkomsten voor patiënten met een vezelrijk dieet toe te schrijven zijn aan het uitblijven van bijwerkingen of juist aan het doelgerichter aanpakken van kankercellen, is niet op te maken uit de samenvatting van het Amerikaanse onderzoek. Wel dat de conclusies betrekking hebben op 128 patiënten met melanoom in een vergevorderd stadium, uit een cohort van 438 personen. Zij werden behandeld met medicatie die zich richt op het ‘geprogrammeerde celdood proteïne 1’, afgekort PD-1.
Dieetverandering
Met de resultaten uit dit observatieve patiëntenonderzoek als uitgangspunt voerden de onderzoekers aanvullend dieronderzoek uit. Daaruit bleek dat de proefdieren meer actieve T-cellen in de nabijheid van tumorcellen hadden als ze op een vezelrijk dieet waren, in vergelijking tot suppletie met probiotica. ‘Samengenomen hebben deze resultaten praktisch consequenties voor patiënten die checkpoint remmers gebruiken bij kanker’, concluderen de auteurs.
Het lijkt voor de hand de hand te liggen wat deze zijn: patiënten een gezond dieet aanraden met veel groenten en fruit ter ondersteuning van de gunstige buikbacteriën (prebiotica) en het gebruik van preparaten met bacteriën (probiotica) afraden. Een mede-auteur verbonden aan de universiteit van Oregon zegt dat deze studie het idee ondersteunt dat de anti-kankerwerking van checkpoint remmers het sterks is met een vezelrijk dieet en geen probiotica.
Dubbelblinde gerandomiseerde klinische interventiestudie zullen volgens deze wetenschapper noodzakelijk zijn om vast te stellen of met een ‘doelgerichte, haalbare dieetverandering’ bij aanvang van therapie gunstiger resultaten zijn te behalen. ‘En hoewel de bevindingen suggereren dat sommige commercieel beschikbare probiotica schadelijk kunnen zijn voor patiënten met checkpoint remmers, is meer onderzoek nodig om er achter te komen welke probiotica daadwerkelijk van voordeel zouden kunnen zijn.’
Foto Magda Ehlers
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief