De vele jaren voor en na de diagnose Hashimoto waren niet alleen voor mij zwaar, maar ook voor mijn Piet en onze kinderen. Hij zorgde voor mij met alle liefde die in hem zat. Alles had hij voor mij over zonder maar één keer te klagen dat het hem teveel was.
Hij moest mij wassen, aankleden, boodschappen doen, ontbijt, lunch en diner maken. Tussen de middag kwam hij naar huis, 20 kilometer heen en terug, elke dag gedurende zeker een jaar. Toen ik door oefening letterlijk stapje voor stapje iets ‘mobieler’ werd kon ik zelf voor de lunch zorgen. Later kon ik wat boodschappen doen met de scootmobiel.
Voor afleiding zorgde Piet in ons weilandje, hij kocht drie schaapjes; dat werden er uiteindelijk elf! In het voorjaar kregen we lammetjes. Hij stak een hooiberg op, zodat ik – daar tegenaan zittend – kon genieten van ’t kleine schapengrut om me heen. Nog wat later kon ik iets meer doen; koken en bakken. Wat was het fijn om weer ‘nuttig’ te kunnen zijn en iets te betekenen voor mijn gezin, al moest het wel allemaal op een kruk.. Hierdoor kon Piet wat meer tijd aan zijn groentetuin en andere hobby’s besteden en wat rust nemen.
Het accepteren van zijn hulp was moeilijk, omdat ik voor mijn ziekte een duizendpoot was. De rollen werden door mijn ziekte omgedraaid, wat moeilijk te verteren was. Ik moest mij overgeven aan de zorg van anderen terwijl ik altijd de (ver)zorgende was geweest.
Onze kinderen waren het huis al uit, maar stonden ons zoveel mogelijk bij. Zowel mentaal als fysiek, vaak ook telefonisch, én met hun bijna wekelijkse weekend-aanwezigheid. Mijn ziekte had grote invloed op ons gezin. Onze verbondenheid was groot in die tijd. Veel verdriet hebben we gedeeld, ook het rouwproces om mijn ‘verloren’ leven. Ik had een mooie baan; ik heb nooit meer gewerkt… Eveneens een ingrijpend verlies. Toch kan ik zeggen dat ik dankbaar ben voor de bijzondere tijd die wij als gezin hadden. Het maakte ons leven op een bepaalde manier rijker.
Onze dochter had ook forse gezondheidsproblemen. Zij bleek het Chronisch Vermoeidheids Syndroom te hebben. Door haar doorzettingsvermogen is zij daar jaren later helemaal van genezen. Zij had regelmatig onze hulp nodig. Piet stond haar bij. Hij kon het allemaal opbrengen. Jarenlang! Onvermoeibaar hield hij het huishouden draaiende, zelfs zijn werk leed er niet onder. Hij was er altijd en voor iedereen; voor mij in het bijzonder. Wat heeft deze man veel van mij gehouden! En ik van hem.
In onze laatste vakantie, februari 2003, vierden wij samen met onze kinderen en ons eerste kleinkind van vier maanden onze 33e trouwdag in de sneeuw. De herinnering daaraan is heel mooi. Genoten hebben we van die week. Voor onze dochter en voor mij was het lastig mee te doen. Piet zorgde dat alles doordraaide, ook in die week. Niet kunnen stond gewoon niet in zijn woordenboek.
Mijn lieve Piet had van mij een koninklijk lintje mogen krijgen voor zijn nooit aflatende zorgzaamheid en bereidwilligheid om te helpen. In mei 2004 bleek hij zelf ernstig ziek te zijn: kanker aan de galblaas. Zeven maanden later – op 1 januari – overleed hij. In mijn gedachten speld ik het hem het lintje alsnog op.
Nelly Visser heeft sinds 1998 de auto-immuun schildklierziekte Hashimoto. Ze dankt haar energie aan een gezonde leefstijl met een strikt, doch smaakvol dieet. Een overzicht van haar eerdere columns vind je hier.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief