Wie kankermedicijnen slikt, kan beter geen vette voeding of een grapefruit eten, waarschuwt Ron Matthijsen,vanaf vrijdag 13 september 2013 hoogleraar aan de Rotterdamse Erasmus MC. Eetgewoontes hebben veel invloed op het succes van een kankerbehandeling, maar daar houden artsen nog weinig rekening mee. “Dat moet veranderen”, vindt internist-oncoloog Mathijssen.
Artsen houden bij behandelingen vooral rekening met de opbouw van de tumor. Maar ook tal van patiënt-gerelateerde factoren, zoals voeding, rookgedrag en de biologische klok, hebben invloed in hoeverre een behandeling aanslaat. Artsen moeten daar veel meer rekening mee gaan houden, zo luidt de boodschap van Mathijssen. Hij houdt zich bezig met behandeling-op-maat voor kankerpatiënten.
Grapefruit is boosdoener
Zo kan een identiek medicijn bij twee borstkankerpatiënten met een vergelijkbaar type tumor, bij de ene patiënt beter aanslaan dan bij de andere. Dat verschil kan ontstaan omdat de ene vrouw rookt of denkt er goed aan te doen om een kruidenmiddel te gebruiken. Het is zelfs mogelijk dat het grote verschil te maken heeft met de grapefruit die een van de vrouwen elke ochtend eet. lees meer
In 2008 bracht Uitzicht in het septembernummer een publicatie over de ongewenste effecten van grapefruit. Klik hier voor het artikel.
Antidepressiva kunnen eveneens de werking van chemo verstoren. lees meer
Lees ook de toelichting van Mathijssen in het Reformatorisch Dagblad van 28-9-2013.
.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief