Lichaam en geest horen bij elkaar. Daarom hebben sociale en psychologische factoren invloed op het ontstaan en verloop van ziekten. Ons gevoel vertaalt zich in het lichaam in biochemie.
‘Of je je geliefd voelt en in harmonie bent met jouw plek in de maatschappij; dat is belangrijk voor je gezondheid’
Prof. dr. Pierre Capel, emeritus hoogleraar experimentele immunologie
Gevoelens heeft iedereen. Ze komen tevoorschijn in onze relatie met de buitenwereld en er kan een (enorme) kracht van uitgaan. Neem liefde of haat. Deze gevoelens kunnen in hetzelfde krachtenveld ook omkeren. Mensen in een vechtscheiding haten elkaar met dezelfde kracht als waarmee ze elkaar voorheen beminden. Zo kunnen ook gevoelens van eenzaamheid en geborgenheid, of het gevoel waarmee je de natuur beleeft impact hebben.
Eenzaamheid en kanker
Gevoelens van tevredenheid en acceptatie voeden ons welzijn, terwijl gevoelens van onvrede negatief kunnen doorwerken. Onderzoek bij proefdieren toont aan dat eenzaamheid een enorm effect heeft op de ontwikkeling van borstkanker. In geïsoleerde setting ontwikkelen ratten vaker borstkanker, de tumor groeit groter en zaait vaker uit. Dat gebeurt onder invloed van de epigenetica. Bij gevoelens van eenzaamheid worden de genen aangezet die zorgen voor groei en het uitzaaien van kanker. Ook blijkt eenzaamheid de groeifactor voor de aanleg van nieuwe bloedvaten voor de tumor te vergroten, waardoor ze sneller kunnen groeien.
DNA – epigenetica
In ons DNA is de informatie van alle levensvormen – mens, plant, schimmel en bacterie – op aarde vastgelegd. De mens beschikt over een DNA met 21.000 genen. Daarvoor hebben we 1.500 schakelaars die een paar honderd genen aan- en uitzetten in reactie op de omgeving. Na een zintuiglijke waarneming start in onze hersenen een complexe reactie die eindigt in een ander gebruik van DNA. Iedere waarneming die binnenkomt, wordt gelabeld: is dit prettig of niet? Indien ‘ja’ dan maakt het lichaam feel good hormonen aan, zoals oxytocine en vasopressine. Indien ‘nee’ dan maak je stresshormonen aan zoals cortisol, adrenaline en noradrenaline. De receptor waaraan cortisol bindt, bestuurt zo’n twintig procent van al onze genen. Een onplezierige relatie, werkomstandigheden en chronische geldzorgen kunnen zich op die manier vertalen tot op DNA-niveau. Wat we ‘gevoel’ noemen, zijn in het lichaam biochemische reacties.
Sport en meditatie
Met yoga, sport en meditatie kan je de effecten van stress verminderen. Deze ontspannende activiteiten zijn meetbaar gunstig voor de hersenactiviteit, hormoonhuishouding en voor de werking van de transcriptiefactoren die onze genen aan- en uitschakelen. Het bewust doen van activiteiten die ontspannen is werken aan je gezondheid.
Positief denken
In ‘Ik heb een heel zwaar leven’ bezingt Brigitte Kaandorp de gedachten van een vrouw die allesbehalve tevreden is. Zo’n gedachte voedt de onvrede en maakt dus veel biochemische negativiteit wakker. Positief denken heeft de voorkeur. Dat de geest krachtig is, bewijst het placebo-effect: door te denken dat iets goed voor je is, neemt de kans toe dat het inderdaad heilzaam is. Bekend is de studie waarin 59 procent van de proefpersonen met het prikkelbare darmsyndroom een verbetering rapporteerde na een behandeling met namaakpillen. Gevaar van negatief denken is het nocebo-effect. Het tegenovergestelde van het placebo-effect. Lees hier een interview in Uitzicht met prof. dr. Andrea Evers. Als je denkt dat iets slecht voor je uitpakt, vergroot je de kans dat het ook echt gebeurt. Bekend is het onderzoek waarin suikerwater werd aangeprezen als braakmiddel. Tachtig procent van de proefpersonen moest na deze mededeling overgeven.
Psycho-neuro-immunologie (PNI) heet de wetenschap waarin de samenwerking van gedrag en immuunsysteem centraal staat. De artsen Lawrence LeShan, Bernie Siegel en Carl Simonton – bekend vanwege hun boeken over de relatie tussen kanker en psyche – merkten bij het behandelen van hun patiënten met kanker dat psychologische factoren het ontstaan en/of beloop van kanker kunnen beïnvloeden. Zij noemen dit een fighting spirit. Sociale steun en de neiging tot ontkenning van de ernst van de ziekte zagen ze vaak samengaan met een gunstiger beloop, terwijl depressieve coping, pessimisme en neiging tot hulpeloosheid vaak voor een ongunstiger beloop zorgden.
Psycho-oncologie
Een dieet volgen? ‘Als je maar sterk genoeg wilt, dan lukt het ook.’ Het wordt makkelijk gezegd, maar de praktijk is weerbarstig. Vaak zitten kwetsuren uit het verleden, verstopt in een diepere laag van de persoonlijkheid, mensen in de weg. De hardnekkigste kwetsuren zitten verpakt in schuldgevoel, gevoelens van moeten, falen en pleasen. Zoals ‘ik verdien straf’, ‘ik ben niet goed genoeg’, ‘ik deug niet’. Veel mensen zijn zich deze gevoelens zich niet bewust.
Therapie kan helpen opnieuw verbinding te maken met ‘verdrongen’ of ‘weggestopte’ delen van de persoonlijkheid. De ‘wil’ kan hierdoor soms sterker uit de persoonlijkheid naar voren komen. Alsof deze ontwaakt. In zijn boek ‘Herverbinding’ omschrijft psycho-oncoloog Hans Schilder het als een ‘wil’ die van binnenuit opwelt, waardoor iemand voelt wat hij nodig heeft, kan en wil. ‘Een besef van autonomie treedt naar voren. De persoon in kwestie wordt expressiever, weet duidelijker aan te geven wat hij wil, welke grenzen hij in acht wil nemen. Niet omdat hij of zij verstandelijk geleerd heeft dat dit beter zou zijn, maar omdat diep in de persoonlijkheid herstel is opgetreden.’