Met gewrichten, spieren en een zenuwstelsel zijn we toegerust om te bewegen. Waar we vroeger in actie moesten komen om eten te vinden en onze aanvallers te snel af te zijn, moeten we nu in beweging komen voor het behoud van gezondheid.
‘Mensen die regelmatig bewegen, halen meer plezier uit de kleine dingen van het leven’
Dr. David Servan Schreiber, auteur van bestsellers ‘Antikanker en ‘Uw brein als medicijn’
Energie gebruiken levert energie
Het lichaam reageert op alles wat je doet. Het aanspannen van spieren leidt tot de aanmaak van spiercellen. Je armen optillen of de trap oplopen, doet de spiermassa toenemen. Je ‘tank’ raakt niet leeg, je krijgt er juist brandstof voor terug. Door te bewegen onderhoud je ook het immuunsysteem. Je spieren maken ‘myokine’ aan, een stof die ervoor zorgt dat ziekmakende ontstekingseiwitten in toom worden gehouden. Een bonus op je lichaamsbeweging.
Vroeger moesten we wel…
In de tijd dat de mens nog als jager-verzamelaars leefde, tot ongeveer 10.000 jaar geleden, was bewegen noodzakelijk om te overleven. Het vinden van voedsel – over grote afstanden – was alleen mogelijk als we ons van A naar B konden bewegen.
Omdat het tijdstip van de volgende maaltijd niet zeker was, leerde het lichaam (via evolutie) een teveel aan energie op te slaan als vetweefsel. Omdat veel mensen tegenwoordig dagelijks meer (energie) eten dan verbruiken, plukken velen vandaag de dag de wrange vruchten van dat overlevingsmechanisme in de vorm van onderhuids vetweefsel en buikvet. Ook atherosclerose (aderverkalking) is eraan gerelateerd, doordat vetten zich afzetten tegen de binnenkant van de bloedvaten. Kwalitatief goede voeding helpt om dit te voorkomen, maar ook bewegen is noodzakelijk. Door te bewegen spreek je je energiereserves aan waardoor je vetopslag kan afnemen.
Bewegen vermindert risico op kanker
Een schat aan onderzoek laat zien dat het risico om kanker te krijgen vermindert door beweging. De mechanismen die de lichamelijke processen regelen en de verdedigingsmechanismen die bijdragen aan de strijd tegen kanker kan je rechtstreeks stimuleren door lichamelijke activiteit. Door het lichaam te bewegen krijgt het de boodschap dat het ‘meetelt, geliefd en gerespecteerd wordt, dat het zijn eigen levenswil moet aanvoelen’, aldus psychiater David Servan-Schreiber in zijn bestseller ‘Antikanker’. In zijn boek beschrijft hij hoe lichaamsbeweging onze lichamelijke gezondheid ondersteunt.
Het teveel aan vet in het lichaam wordt door een van de onderzoekers die hij aanhaalt in zijn boek beschouwd als ‘het giftige vuilnisvat’ van het menselijke lichaam. Elke vorm van beweging die in staat is de vetlaag te verminderen, en daarmee de voorraad gifstoffen is de beste ‘ontgifting’ van het lichaam. ‘Bovendien grijpt lichaamsbeweging diep in op het hormonale evenwicht. De overtollige hoeveelheden oestrogenen en testosteron, die de groei van kanker bevorderen, nemen erdoor af. Ook de bloedsuikerspiegel wordt lager, en dus neemt ook de afscheiding af van insuline en Insuline Growth Factor (IGF) die zo dramatische bijdragen aan de ontsteking van weefsels, en op die manier ook aan de verspreiding van tumoren.’
Microbioom, bloedsomloop en hersenduur
Lichamelijke activiteit is ook gunstig voor ons darmleven, het microbioom. Door te bewegen verrijken en vermeerderen we de diversiteit. Ook werkt beweging positief op de snelheid van de darmpassage, waardoor het contact tussen ziekteverwekkende stoffen en het darmslijmvlies korter wordt. Het vermindert de kans op dikke darmkanker en darmontstekingen.
En dan is er nog meer dat pleit voor beweging. Onze lichaamscellen hebben voedsel en zuurstof nodig om te kunnen doen wat ze moeten doen. Bewegen zorgt er voor dat de zuurstof die noodzakelijk is voor elke cel ook op de juiste plaats wordt afgeleverd. Ook onze hersenen profiteren van bewegen. Dat komt door de Brain Derived Neurotrophic Factor ( BDNF), een neurotrofine die de beschadiging van neuronen voorkomt en herstelt. Aerobe training (zoals het geval bij hardlopen en wielrennen), verhoogt ook de afgifte van BDNF.
Aëroob en anaëroob
Actief bewegen versnelt en verdiept de ademhaling en verwijdt de bloedvaten. Dit helpt bij het ontzuren van het bloed via het uitademen van koolzuur. Bovendien stimuleert inspanning door middel van transpireren de ontzuring via de huid, waardoor de nieren minder belast worden.
Om te bewegen, haalt het lichaam energie uit voeding. Als ademhaling en hartslag gedurende langere tijd verhoogd zijn, is er zuurstof nodig om deze energie op te wekken Deze vorm van bewegen – een aërobe training – versterkt de algehele conditie en het cardiovasculair systeem (hart en longen). Bij een aerobe training blijft je hartslag op een constante en verhoogd tempo gedurende een langere periode.
Wanneer je buiten adem raakt, treedt een zuurstoftekort op tijdens de lichamelijke inspanning. Als dat gebeurt, gaan onze spiercellen over op de anaerobe stofwisseling. Daarbij wordt melkzuur gevormd en daar is de gezondheid niet bij gebaat. Het kost het lichaam behoorlijk wat energie en voedingsstoffen om dit weer te repareren.
Aeroob betekent grofweg ‘met zuurstof’, terwijl anaeroob ‘zonder zuurstof’ betekent. Aerobe trainingen zijn trainingen met een lage intensiteit van langere duur, zoals wandelen, joggen en langeafstandfietsen of -zwemmen. Omdat je lichaam tijdens de beweging energie kan produceren met behulp van zuurstof, is de activiteit over het algemeen lang vol te houden. Anaerobe trainingen zijn trainingen met een hoge intensiteit die van korte duur zijn, zoals krachttraining of sprintjes trekken. Omdat het lichaam hierbij in een korte periode heel snel energie moet produceren met een beperkte aanwezigheid van zuurstof zijn deze activiteiten slechts een relatief korte periode vol te houden.
Bewegen tijdens kanker
Ook tijdens de behandeling van kanker is het belangrijk om in beweging te blijven. Vanwege alle voordelen en mechanismen die hierboven opgesomd staan. ‘Een goed bewegingsprogramma is van groot belang’, zegt bewegingswetenschapper dr. Mathieu de Greef in de MMV-publicatie ‘Kanker – Kennis, Kansen, Keuzes’. Het is belangrijk om daarbij de grenzen van je lichaam te respecteren. Overleg daarom met je behandelaar, een oncoloog, fysiotherapeut of oncologisch verpleegkundige.
De MMV nieuwsredactie bericht ook regelmatig over onderzoek over bewegen en kanker. Zo blijkt het doen van oefeningen voorafgaand aan een dikkedarmoperatie de kans op complicaties met ruim 40 procent te verminderen. Ook komt training de levenskwaliteit ten goede. ‘Mensen voelden zich steeds fitter en vinden het beweegprogramma erg leuk.’