Gezonder eten in combinatie met extra omega 3-vetzuren uit vis had een gunstig effect op een biomarker bij prostaatkanker. Dat toont een kleine gerandomiseerde klinische studie onder mannen met prostaatkanker. Een commentaar noemt de resultaten bemoedigend maar vraagt zich tegelijk af of ze relevant zijn voor het verloop van prostaatkanker.
‘Mannen met prostaatkanker die onder actieve surveillance zijn, zijn extreem geïnteresseerd in de mogelijkheden om door anders te eten en door supplementen te voorkomen dat de hun ziekte erger wordt’, schrijven onderzoekers van onder meer het Jonsson Comprehensive Cancer Centre van de University of California Los Angelos (VS) in Journal of Clinical Oncology – samenvatting. Wat hebben ze gedaan om daar meer klaarheid in te brengen?
Ze zochten honderd mannen met laaggradige prostaatkanker (graad 1 en 2) en lieten de computer de groep in twee gelijkwaardige helften delen. De controlegroep kreeg standaard zorg, de onderzoeksgroep moest wat aan hun eetgewoonten doen: de inname van omega 6-vetzuren moest omlaag en omega 3-vetzuren moesten omhoog. Dat eerste lukte door de consumptie van chips, koekjes en andere ultra-bewerkte voeding terug te schroeven en dat tweede door naast zalm en tonijn te eten en ook visoliecapsules te slikken. Voorafgaand aan de interventie werd van de mannen een stukje tumorweefsel afgenomen en na een jaar gebeurde dat nogmaals.
In de eerste plaats ging het de onderzoekers om veranderingen in een eiwit (Ki-67) dat ook bij andere kankers, – bijvoorbeeld borstkanker – gebruikt wordt als een maatstaf voor de snelheid waarmee cellen zich delen. Een hogere waarde is in principe slecht nieuws. Na een jaar bleek hoeveel van het eiwit in het tumorweefsel van de gezondere eters te zijn gedaald. Terwijl het in de controlegroep gestegen was. In cijfers: de daling ging van 1,34% naar 1,14% (vijftien procent lager) en de stijging van 1,23% naar 1,52% (24 procent hoger).
Andere uitkomsten verschilden echter niet tussen de twee groepen. Zo waren er op groepsniveau geen statistisch overtuigende verschillen in de gradering en de omvang van de tumoren, hun genetische score en de PSA-waarden. De onderzoekers zijn vol vertrouwen over de voorspellende waarde van Ki-67 als ‘biomarker voor kankerprogressie, uitzaaiingen en sterfte’. Ze vinden dat het resultaat fase 3-studies rechtvaardigt met grotere groepen mannen die onder actieve surveillance zijn. In het commentaar elders in hetzelfde nummer klinkt minder enthousiasme door.
Meer dan alleen de omegaratio
Misschien heeft de lange lijst met mogelijke belangenconflicten daar mee te maken, of de sponsoren van het commentaar: drie verschillende farmaceutische bedrijven. Na alle lof voor het nuttige werk van de Californiërs komen de twee auteurs ter zake. Ze wijzen er, onder verwijzing naar diverse referenties, op dat er na decennialang onderzoek naar omega-6 en -3 geen consensus is over de rol ervan bij het ontstaan en de progressie van kanker.
Behalve dat studieresultaten de neiging hebben elkaar tegen te spreken, achtten ze de rol van Ki-67 ‘beperkt als een inzetbare surrogaatuitkomst bij actieve surveillance’. Het op zich ‘bemoedigende’ resultaat roept bij de commentatoren vooral extra vragen op. Met betrekking tot de werkingsmechanismen die de onderzoekers nog dienen op te helderen, maar ook over de rol van het veranderde voedingspatroon.
Ze wijzen er op dat de onderzoeksgroep niet alleen gezonder at, maar dat dit ook samenging met een lagere calorie-inname. Overigens zonder dat dit gewichtsverlies tot gevolg had. ‘De veranderingen van eetpatroon als gevolg van de interventie lijken duidelijk verder te gaan dan de bedoelde verschuiving in de verhouding tussen omega-6 en 3-vetzuren. Wat het een uitdaging maakt om de resultaten van de studie uitsluitend toe te schrijven aan de omegavetzuren.’
Bevestiging van eerder onderzoek
Wat dat laatste betreft, MMV berichtte dit jaar over twee prospectieve observationele studies onder mannen, waarbij dieetkwaliteit gerelateerd was aan lagere risico’s op de progressie van prostaatkanker. In een groep van ruim tweeduizend mannen met al dan niet behandelde prostaatkanker bleek een plantaardiger voedingspatroon dat risico te verlagen. Waarbij een subgroep met de meest agressieve vormen van prostaatkanker, het meest profiteerde van een gezond plantaardige eetstijl. Deze studie gebruikte overigens een verdubbeling van de PSA-waarden als maatstaf voor kankerprogressie.
In oktober kwamen onderzoekers van Johns Hopkins University met de resultaten naar buiten van een studie onder een kleine duizend mannen met laaggradige prostaatkanker die de ontwikkelingen ‘waakzaam afwachten’. In dit geval waren de conclusies gebaseerd op weefselmonsters. Hoe gezonder de voedingsgewoonten, zo bleek, hoe lager het risico op te schuiven naar een hogere risicograad.
Foto door -Rita-👩🍳 und 📷 mit ❤ from Pixabay
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief