Het idee van calorierestrictie als strategie om langer te leven is oud. Al in 1935 verscheen de eerste studie die toonde dat ratten langer leefden als ze minder te eten kregen. Sindsdien is het principe aangetoond in alle mogelijke levensvormen. Van gist tot en met mensapen. Een nieuwe groots opgezette dierstudie bevestigt dit. Maar: ‘Gezondheidsverbetering en levensverlenging zijn niet synoniem.’
In het wild leven muizen meestal een half jaartje, met uitschieters naar anderhalf jaar. Dat is onvergelijkbaar met de levensverwachting van de gemiddelde laboratoriummuis. Mits deze niet de pech heeft in dodelijke experimenten terecht te komen, belooft de veilige en ziektekiemvrije omgeving een formidabele levensverwachting van ruim twee tot tweeënhalf jaar. Krijgen de muizen minder te eten, worden ze nóg ouder. De oudste muizen in de jongste studie, uitgevoerd door The Jackson Laboratory (VS), vierden zelfs hun vierde verjaardag. Naar menselijke maat zou een dergelijke verlenging neerkomen op een leeftijd van meer dan 150 jaar.
Duizend muizen
De onlangs in Nature gepubliceerde studie verdeelde maar liefst een kleine duizend genetisch diverse vrouwtjesmuizen in vijf groepen. Naast de controlegroep, die naar behoefte kon eten, ging het om twee groepen die nabootsend vastten. De ene groep kreeg een dag per week geen voer en de andere groep twee dagen. Buiten de vastentijd mochten ze eten zoveel ze wilden. De laatste twee groepen kregen levenslang ofwel twintig, ofwel veertig procent minder voer dan ze in de eerste zes maanden van hun leven gewend waren. In Nature rapporteren de onderzoekers van het non-profit onderzoeksinstituut wat dit met de diertjes deed.
Wat betreft de gemiddelde levensverwachting had vasten het minste effect, een plus van elf tot twaalf procent. Waarbij de dieren die een dag vastten per saldo evenveel calorieën aten als de controlegroep. Twee dagen aaneengesloten vastten resulteerde over de week genomen in een twaalf procent lagere energie-inname. Twintig procent minder calorieën eten, leidde tot een gemiddeld (mediaan) achttien procent langer leven. En een caloriereductie van veertig procent tot een verlenging met 36 procent.
Maar achter die gemiddelden gaan grote individuele verschillen schuil (zie daarvoor de grafieken onder dit artikel). Verschillen die sterk samenhingen met de aangeboren fysieke weerstand.
Metabole gezondheid geen voorspeller voor levensduur
‘In het bijzonder het vasthouden van het lichaamsgewicht, lichaamscompositie (vet/spieren) en de populaties van belangrijke immuuncellen’ sprongen eruit als kenmerkend voor levensduur. De dieren die er in slaagden vet- en spiermassa te behouden, maakten de meeste kans oud te worden. Daar stond tegenover dat veelgebruikte maatstaven voor metabole gezondheid in deze studie geen voorspellende waarde hadden.
Als voorbeelden noemen de onderzoekers verbeteringen in de nuchtere bloedsuikerspiegel, energieverbruik en veranderingen in vet- en suikermetabolisme. ‘Dit betekent dat, hoewel de metabole gevolgen van calorierestrictie de gezondheid kunnen dienen, ze zich niet noodzakelijkerwijs vertalen in een langer leven.’ Dat inzicht is van betekenis voor voedingsonderzoek met mensen, stellen de onderzoekers, omdat het daar meestal draait om de metabole gezondheid.
Wat is gezondheid?
Ook iets om rekening mee te houden is dat de langere levensduur niet één op één overeenkwam met een betere gezondheid. Sommige levensverlengende eigenschappen van voedselbeperking bleken op onderdelen zelfs tegenovergesteld te zijn aan wat we onder een goede gezondheid verstaan.
‘Bijvoorbeeld, hoewel muizen op veertig procent calorierestrictie volgens metabole maatstaven gezond zijn, zagen we dingen die op het tegengestelde wijzen. Zoals een levenslang verlies van spierweefsel, een lagere lichaamstemperatuur, voedsel-zoekend gedrag (wat op honger duidt) en veranderingen in het immuunrepertoire die in potentie gevoeligheid voor infecties kan betekenen.’ Deze effecten in muizen zijn reden genoeg om je zorgen te maken over de risico’s van ‘extreme calorierestrictie’ bij mensen.
Aanleg om oud te worden
Of mensen ook langer leven door calorierestrictie, ligt voor de hand maar blijft nog altijd te bewijzen. In elk geval zijn laboratoriumstudies met muizen ongeschikt om de effecten bij vrij levende mensen in te schatten. Maar wat de onderzoekers wel durven beloven is dat de menselijk reactie op calorierestrictie in hoge mate zal afhangen van hun ‘individuele genetische context’.
Voor hun studie gebruikten ze uitsluitend genetische unieke proefdieren. (Dat het alleen vrouwtjes waren, kwam voort uit zorg voor agressief gedrag van mannetjes.) Dit om een zo groot mogelijke diversiteit te bereiken voor wat betreft stofwisseling, spiermassa, vetpercentages enzovoorts. Daardoor konden ze vaststellen dat ‘ondanks de krachtige effecten’ van calorierestrictie, de genetische achtergrond een belangrijker factor is bij het bereiken van een hoge leeftijd.’
Of zoals onderzoeker Gary Churchill het op de website van zijn instituut zegt: ‘Als je oud wil worden, zijn er dingen die je tijdens je leven kunt controleren. Zoals je voeding. Maar wat je echt wilt is een stokoude grootmoeder.’
a, The study design: 960 female DO mice were randomized to one of five diet intervention groups: ad libitum (AL); one day (1D) or two consecutive days (2D) per week fasting; or CR at 20% (20%) or 40% (40%) of estimated adult food intake. b, Kaplan–Meier survival curves by diet group. The dashed lines indicate the median lifespan. Censoring events are indicated by an ‘X’. c, Kaplan–Meier estimates of median (50% mortality) and maximum (90% mortality) lifespan by diet group, showing the percentage change relative to AL and the 95% confidence intervals (computed using R/survfit). n = 937 mice. d, Mortality doubling times estimated from a Gompertz log-linear hazard model, showing the percentage change relative to AL and the 95% confidence intervals (computed using R/flexsurvreg). n = 937 mice. e, Individual mouse lifespans (points) within diet groups. n = 188 (AL), n = 188 (1D), n = 190 (2D), n = 189 (20%) and n = 182 (40%). The box plots show the median lifespan (centre line), quartiles (box limits) and range (whiskers).
Foto The Jackson Laboratory Deze muis behield ondanks de voedselbeperking haar spieren en vet en werd ouder dan vier jaar.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief