Veel mensen met overgewicht ontdekken dat de overtollige kilo’s zich niet weg laten sporten. De neiging om teleurgesteld af te haken is begrijpelijk. Maar sporten levert veel meer op dan die paar extra verbrande calorieën. Spieren en gewrichten worden sterker, de geest frist op en recent onderzoek laat zien dat zelfs buikvet er beter van wordt.
Fietsen en hardlopen zijn de meest beoefende duursporten. De theorie zegt dat matig intensief duursporten – waarbij de hartfrequentie rond zeventig procent van het maximum aantal slagen per minuut ligt – optimaal is voor de vetverbranding. Helaas wil dat niet zeggen dat je er dus ook dunner van wordt. Niet voor niets luidt het gezegde: ‘You can’t outrun a bad diet.’
Je kunt een slecht dieet er niet aflopen. Ga maar na, een marathon kost ongeveer drieduizend calorieën. Dagelijks slechts 450 calorieën teveel eten – minder dan een tompouce – verreist al een wekelijkse marathon ter compensatie. Dat is niet haalbaar en al helemaal geen aanrader. Ook vier keer per week tien kilometer joggen is maar voor weinigen weggelegd. Veruit de gezondste optie is die tompouce laten staan.
Sportief vet versus lui vet
Duursporten doe je dus niet in de eerste plaats om af te vallen. Wel omdat het goed is voor de luchtwegen, hart- en bloedvaten, de gewrichten, het brein en het immuunsysteem. Onderzoekers van de universiteit van Michigan berichten in Nature Metabolism – samenvatting – dat duursporten zelfs positief uitwerkt op je vet. Dat wil zeggen, op het onderhuidse buikvet.
Ze selecteerden twee gelijkwaardige groepen van zestien mannen en vrouwen met overgewicht of obesitas. Met dit verschil dat de deelnemers uit de ene groep de afgelopen twee jaar tenminste vier keer per week sportten en de andere deelnemers niet. Van de elke deelnemer werd wat buikvet afgenomen, geanalyseerd en op kweek gezet. Het sportieve buikvet sprong er op een aantal punten positief uit.
Wat opviel was dat het sportieve vet dichter dooradert was met minuscule bloedvaatjes. Daarbij waren er juist minder van een soort collageeneiwitten (Col6a) met een slechte reputatie en ook minder macrofagen, wat op een lagere sterfte van vetcellen en/of ontsteking duidt. Verder bevatte het vetweefsel meer van de eiwitten die te maken hebben met aanleg van bloedvaten, de activiteit van de mitochondriën en het vermogen om vet op te slaan.
Sportief vetweefsel dat op kweek gezet werd legde inderdaad meer bloedvaatjes aan en sloeg meer vet op dan het onsportieve vet.
Een goede zaak, stelt de bij het onderzoek betrokken bewegingswetenschapper Jeffrey Horowitz op de website van zijn universiteit. Een groter vermogen tot onderhuidse vetopslag betekent namelijk niet noodzakelijkerwijs dat iemand dikker wordt. Dat heeft in de eerste plaats met overeten te maken. ‘Wat het wel betekent is dat als mensen aankomen, de overtollige calorieën ‘gezonder’ worden opgeslagen. Dus liever onder de huid dan in het vetweefsel rondom, of in, hun organen.’
Foto: Towfiqu barbhuiya
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief