Mensen met een lichte huid doen er in onze contreien goed aan zich regelmatig aan UV-straling bloot te stellen. Het risico op huidkanker stijgt weliswaar licht, stellen Britse onderzoekers op basis van observationeel onderzoek, maar dat nadeel valt weg tegen de gunstige gezondheidseffecten. ‘Mag’ de zonnebank nu weer?
Is er een relatie tussen de blootstelling aan ultraviolet licht en het risico te overlijden aan kanker, hart- en vaatziekten of aan andere oorzaken? Recent onderzoek, schrijven onderzoekers van universiteit van Edinburgh, Schotland, in Health & Place wijst in de richting positieve gezondheidsuitkomsten. Hun onderzoek onder 395duizend deelnemers van Europese komaf aan de UK-Biobank doet daar een schepje bovenop. ‘Overheidsvoorlichting rond blootstelling aan zonlicht behoeft heroverweging’, concluderen ze.
Binnen het Verenigd Koningrijk bestaan er flinke verschillen tussen de kracht waarmee de zon de aarde bereikt. Inwoners van het zuidelijke gelegen Cornwall krijgen met een duidelijk grotere zonkracht te maken dan inwoners van Schotland. Door de zonkracht per woonplaats te koppelen aan de deelnemers en dat te valideren met hun vitamine D-spiegel, werd de gemiddelde jaarlijkse blootstelling aan UV-straling bepaald.
Vervolgens werd deze blootstelling gerelateerd aan de doodsoorzaken van de deelnemers. Op die manier berekenden de onderzoekers dat jaarlijks 2.000 kilojoules per vierkante meter meer zonkracht, geassocieerd was met een lager risico te overlijden aan cardiovasculaire ziekten (min negentien procent), kanker (min twaalf procent) of aan andere oorzaken (min twaalf procent). Glasgow krijgt jaarlijks 2.000 kJ minder UV-straling per vierkante meter dan Nottingham, dat op haar beurt weer 2.000 kJ minder krijgt dan Cornwall.
Zonnebank
Behalve de geografische locatie, keken de onderzoekers ook naar het gebruik van zonnebanken. Ook dat bleek gepaard te gaan met lagere overlijdensrisico’s. Zelf nog iets lager: minus negentien procent voor hart- en vaatziekten, minus veertien procent voor kanker en een twaalf procent lager risico te overlijden aan andere oorzaken dan kanker of hart- en vaatziekten. Daarbij merken de auteurs op dat het gebruik van een solarium ook ‘zon zoekend gedrag’ voorspelt.
Mensen die van zonnebanken gebruik maken zijn meer geneigd tot buitenactiviteiten, dragen minder beschermende kleding en zonnen graag tijdens de piek-uren, blijkt uit ander onderzoek. ‘De gemeten vitamine D-waarden ondersteunen deze bevindingen. Daarom zou het beschermende effect niet alleen van solariumgebruik kunnen komen, maar van meer zon zoekend gedrag in het algemeen.’ De vraag is wat dit gedrag betekende voor het risico op huidkanker.
Melanoom
Inderdaad was er ‘enig bewijs’ voor een verhoogd risico op melanoom voor zonnebankgebruikers en deelnemers die in de zonniger oorden leven. Daar staat tegenover dat er geen aanwijzingen zijn voor een hoger risico aan melanoom te overlijden. (Voor de liefhebbers: de harzard ratio voor overlijden aan melanoom voor solariumgebruikers is 0.84; 95% CI 0.43 tot 1.64 en voor sterkere zonkracht is de HR 1.02; 95% CI 0.71 tot 1,49 – waarbij een getal onder de 1 voor een lagere risico staat.) ‘De voordelen van UV-blootstelling kunnen in laag-zonlicht landen tegen de nadelen opwegen’, concluderen de onderzoekers dan ook.
Wat hen betreft gaat de publieksvoorlichting zich daar op aanpassen. Richard Weller van de Universiteit van Edinburgh’s Centrum voor inflammatie-onderzoek zegt het op de universiteitswebsite zo: ‘Dermatologen hebben van oudsher alleen aandacht voor de mogelijke huidschade door zonlicht. Veel daarvan stamt van de ervaring met blanke individuen in zonnige landen zoals Australië. Het beschermen van de huid is belangrijk als de UV-index zeer hoog is. Ons onderzoek toont echter aan dat de kosten-batenbalans in landen op de breedtegraad van het VK waarschijnlijk heel anders uitvalt dan in zonniger landen.’
Niet (alleen) door vitamine D
Voor de Schotse studie werden alleen deelnemers geselecteerd van wie de vitamine D-waarden bekend waren. Zodoende konden de onderzoekers een keurige relatie laten zien tussen de hoogte van de gemiddelde waarden en de blootstelling aan UV. Zo hadden deelnemers uit de regio Glasgow met 47,1 (nmol/L) de laagste waarden, tegen 50,4 in Nottingham en 52,5 in Cornwall. Gebruik van een zonnebank was gerelateerd aan een gemiddelde waarde van 66,9 wat flink hoger was dan de gemiddelde waarde van niet-gebruikers (48,8 nmol/L).
Zijn de getoonde gunstige effecten op de sterfterisico’s dan niet eenvoudigweg het resultaat van de hogere vitamine D-spiegels? De onderzoekers denken van niet. Ze beroepen zich onder meer op een meta-analyse van interventiestudies – die geen effect uitwijst van suppletie met vitamine D op de preventie van kanker, cardiovasculaire incidenten en de progressie van diabetes type 2. En een recent Australische interventiestudie die geen effect van suppletie laat zien op het overlijdensrisico.
UV bloeddrukverlagend en ontstekingsremmend
‘Ultra violet B van de zon zou in andere gezondheidsvoordelen kunnen voorzien dan supplementen met vitamine D’, schrijven ze. Daarbij onder meer verwijzend naar een studie uit 2018 waarbij de UV onafhankelijk van vitamine D in staat was het de centrale neuro-endocriene systeem te activeren, om de ‘algemene homeostase’ te reguleren. Daarnaast wijzen ze op het bloeddrukverlagende effect van UV. Dat gebeurt door onderhuidse reserves stikstofmonoxide vrij te maken.
Naast de vaatverwijdende werking, reguleert stikstofmonoxide het ‘NLRP3 inflammasome’, dat de auteurs een sleutelrol toedichten bij ontstekingsreacties. Disfunctie van dit ‘multi-proteïnecomplex’ draagt bij aan de chronische ontsteking ‘die kenmerkend is voor het ontwikkeling een de progressie van vele kankers en die geassocieerd is met cardiovasculaire ziekten, metabole stoornissen en infecties’.
Lees ook de column van Frits Muskiet over de paradoxale zegen van de zon.
Foto: PxHere
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief