‘De consumptie van olijfolie is gelinkt aan lagere sterfterisico’s, maar de potentiële impact op sterfte als gevolg van kanker blijft controversieel’, motiveren Italiaanse wetenschappers hun analyse van een bevolkingscohort met bijna 24 duizend deelnemers van middelbare leeftijd en ouder. Ze berekenden een flink lager risico bij een hogere olijfolieconsumptie en bespreken mogelijke verklaringen.
Bij aanvang van hun deelname, tussen 2005 en 2010, werden de deelnemers aan de Moli-sani-studie – een regio zuidoostelijk van Rome – uitgebreid onderzocht en uitgevraagd; onder meer omtrent hun medicijngebruik, mentale gezondheid en eetgewoonten. Na een gemiddelde opvolgtijd van ruim dertien jaar bleek dat de deelnemers die dagelijks meer dan drie theelepels (30 gram) olieolijf gebruikten, een duidelijk lager risico liepen aan kanker te overlijden.
Een grotere inname van olijfolie ging samen met een hogere mediterraan dieetscore. Dat wil zeggen: meer groenten, fruit, peulvruchten en vis bij een lagere consumptie van vlees en zuivel. Statistisch gecorrigeerd voor deze dieetelementen, kwamen de onderzoekers op een gemiddeld 23 procent lager risico dan de deelnemers die dagelijks minder dan anderhalve theelepel olijfolie tot zich hadden genomen.
Ook het algemene sterfterisico en het risico te overlijden aan hart- en vaatziekten lagen op deze manier berekend respectievelijk twintig en 25 procent lager.
Hebben kanker en cardiovasculaire ziekten een gemeenschappelijke oorsprong?
Deelnemers die veel olijfolie gebruikten lieten gezondere waarden zien van biomarkers die chronische ziekten voorspellen, schrijven de auteurs in de European Journal of Clinical Nutrition. ‘Zoals markers voor de nierfunctie, bloedvetten, bloedsuiker, ontstekingsmarkers en ook van geaccepteerde cardiovasculaire risicofactoren als bloeddruk en hartslag in rust. En van vitamine D, een nieuwe, zij het nog controversiële, cardiovasculaire risicofactor.’
Het feit dat allerlei risicofactoren voor hart- en vaatziekten, in hun studie óók een voorspellende waarde hebben voor risico aan kanker te overlijden, pleit wat de auteurs betreft voor de ‘gemeenschappelijke-grondhypothese’. Dat is ‘het idee dat de voornaamste chronische ziekten (cardiovasculaire ziekten, kanker en neurodegeneratieve ziekten) veranderbare risicofactoren delen, en mogelijke moleculaire ziektemechanismen.’
Als voorbeeld noemen ze hoge bloeddruk als risico niet alleen voor hart- en vaatziekten, maar ook voor prostaat-, borst-, baarmoeder- en nierkanker. Voor de relatie tussen een hoge hartfrequentie in rust en kanker, zoeken de auteurs het onder meer in een verhoogde sympathische zenuwactiviteit en een specifiek soort signaalwerking op cellen die daar het gevolg van is.
‘Disregulatie van het sympathische zenuwstelsel – en de as: hypothalamus-hypofyse-bijnier – kan in het micromilieu van tumoren ook de aanleg van bloedvaten promoten. En ook het ontstaan en overleven van tumorcellen, de verandering van de immuunreacties en inflammatoire netwerken versterken.’ Overigens beperkte de link tussen olijfolieconsumptie en kankersterfte zich in deze studie tot de deelnemers zonder obesitas.
‘Exceptionele samenstelling’
Voor het mogelijke gunstige effect – observationele studies benadrukken steevast het feit dat de gevonden verbanden op toeval kunnen berusten – wijzen de auteurs op de ‘exceptionele samenstelling’ van olijfolie. Ze noemen de meervoudig onverzadigde vetzuren, waarvan met name oliezuur (oleïne) tal van fysiologische processen zou ondersteunen. Sommige studies suggereren bovendien een gunstig effect ervan op kanker, ontstekings-, auto-immuunziekten en wondheling.
De polyfenolen in olijfolie hebben het vermogen vrije radicalen af te vangen en cel-eigen antioxidatieve systemen te activeren. Het fenol oleuropeïne, verantwoordelijke voor de bitterscherpe smaak van extra-virgin olijfolie, krijgt een aparte vermelding. ‘Het heeft vaatverwijdende en bloeddrukverlagende effecten en is in staat het samenklonteren van bloedplaatjes tegen te gaan, wat van groot belang is bij chronische ziekten, inclusief kankerprogressie.’ Ook vitamine E wordt genoemd. ‘E-vitaminen, waarvan alfa-tocoferol de voornaamste is, werkt als een krachtige antioxidant met anti-ontstekings- en anti-kankereigenschappen.’
Onvermeld blijft squaleen, een vetzuur dat de naam dankt aan de haaien(Squalidae)lever waar het voor het eerst uit gewonnen werd. Olijven zijn de belangrijkste plantaardige bron van squaleen. De stof is kostbaar en wordt toegepast bij de productie van medicijnen, kleurstoffen, chemicaliën en cosmetica. Deze review uit 2023 meldt een kankerremmende werking uit preklinische studies bij colon-, long-, en huidtumoren.
Nep olijfolie
Van vetzuren tot fenolen en andere relevante plantstoffen worden de hoogste gehalten gevonden in ongeraffineerde olijfolie van de eerste koude persing; de zogeheten extra-vierge olijfolie. Zoals bij alle natuurproducten het geval is verschillen de inhoudsstoffen met de bodemgesteldheid, het weer en de cultivar. Maar de grootste verschillen zijn het gevolg van fraude. Door de schaarste op de markt als gevolg van de grote vraag en recente misoogsten, en de prijsexplosie die daar op volgde, neemt de olijfoliefraude hand over hand toe.
In de eerste drie maanden van dit jaar telde de EU vijftig incidenten en dat is drie maal zo veel als over dezelfde periode zes jaar geleden, meldt FoodNavigator. Daarbij gaat het meestal om goedkope plantaardige olie die als extra-vierge olijfolie verkocht wordt. Of om geraffineerde olijfolie die extra-vierge opgeplakt krijgt.
Maar dat is nog niet alles. Zelfs op de olie die zich volgens de EU-richtlijn ‘extra-vierge’ mag noemen is veel aan te merken. De Duitse consumentenbond voert in dit artikel een expert op die deze richtlijn ‘een kookboek voor vervalsers noemt’. Zuid-Europese landen zouden een aanpassing van de verouderde richtlijn uit 1991 blokkeren.
Foto: I love aceite
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief