Vergroten atopische allergische condities – zoals allergieën, astma, chronische verkoudheid en eczeem – het risico op kanker? Bij sommige vormen wel en bij andere niet. In het geval van prostaatkanker gaan deze aandoeningen zelfs samen met een lager overlijdensrisico, vond Amerikaans onderzoek. ‘Wat een potentiële rol suggereert in het afremmen van de tumorgroei.’
Het is een terechte zorg van mensen met ‘atopische allergische condities’: gaat die toestand van chronische ontsteking, op termijn kanker veroorzaken? ‘Op den duur’, meldt het Amerikaanse Nationale Kankerintsituut tenslotte, ‘kan chronische inflammatie DNA-schade veroorzaken en tot kanker leiden.’
De vraag of chronische ontsteking die het gevolg is van ‘atopische allergische condities’ ook een risicofactor is, is niet eenduidig te beantwoorden. Taiwanees onderzoek vond bijvoorbeeld geen hoger algemeen kankerrisico, maar ‘onze data suggereren dat het verband tussen atopie en kanker locatie-specifiek is’. De Taiwanezen stelden bijvoorbeeld een verhoogd risico op longkanker vast, net als deze Amerikaanse studie uit 2019.
Prostaatkanker
Ook als het gaat om de relatie tussen atopische allergische condities en het risico op een van de meest voorkomende kankers wereldwijd – prostaatkanker – wijst de epidemiologie verschillende kanten op. Onderzoekers van de University of Southern California noemen daar in de British Journal of Cancer voorbeelden van. Zoals een studie die wel een hoger risico uitwijst bij deelnemers met hooikoorts, maar een lagere risico bij astma. En van drie andere grote studies die daarentegen een hoger prostaatkankerrisico tonen voor deelnemers met astma. Waarvan een studie dat ook doet voor willekeurig welke atopische conditie. Anderzijds komen meta-analyse tot een nulresultaat, ofwel ze vinden geen verband.
Weinig van deze studies keken echter naar de agressiviteit van de prostaatkankers en de meeste hadden vooral witte deelnemers. Om die reden analyseerde het Californische team de gegevens van bijna 75duizend mannelijke deelnemers aan een multi-etnische cohortstudie. Deelnemers met atopische allergische condities kregen niet vaker dan anderen prostaatkanker.
Maar als ze het kregen, bleken ze gemiddeld een 25 procent lager risico te hebben er aan te overlijden. Waarbij er geen wezenlijke verschillen waren tussen Amerikanen met een Kaukasische, Afrikaanse, Latijns-Amerikaanse, Japanse of Hawaïaanse etnische achtergrond.
Daarbij bleven de resultaten overeind na correctie voor PSA-screening. Dat doet er toe omdat mannen met allergische aandoeningen zich vaker laten screenen. In theorie kan dat leiden tot vroege herkenning en/of succesvolle behandeling, wat in beide gevallen de overlevingstijd vanaf de diagnose verlengt. (Een effect dat een recente studie naar het effect van kankerscreening op overleving, waar MMV recent over berichtte, overigens niet vond.)
Ook een meer of minder ontstekingsremmend dieet – gemeten langs een meetlat (DII) waar enkele van de auteurs een belang bij hebben – maakte geen verschil. Blijft over: het overactieve immuunsysteem als kandidaat voor de betere prognose.
IgE
Deze resultaten, vermoeden de auteurs, zouden het gevolg kunnen zijn van een ingewikkelde balans tussen immuunreacties die in principe het ontstaan van tumoren bevorderen aan de ene kant en een verhoogde paraatheid tegen tumorcellen aan de andere kant. Atopische allergische condities gingen niet samen met meer of minder ‘onschuldiger prostaatkankers’, maar wel met een lager risico op ziekteprogressie. ‘Dit suggereert dat een hyper-allergische toestand het ontwikkelen van de ziekte in een vroeg stadium misschien niet voorkomt, maar wel de verspreiding tegenhoudt naar omliggende weefsels.’
Een centrale rol daarbij zien de auteurs daarbij weggelegd voor immunoglobuline E (IgE). Dat is een van de antistoffen die het afweersysteem produceert als reactie op antigenen. Wat mensen met (voedsel)allergieën, astma, atopisch eczeem en hooikoorts met elkaar gemeen hebben is dat ze verhoogde IgE-waarden in hun bloed hebben. Allergische reacties verlopen via IgE en dat doen ze – in tegenstelling tot intoleranties – razendsnel.
‘Dus de atopische aandoeningen mogen chronisch zijn, de biologische mechanismen die er bij betrokken zijn kenmerken zich door een acute respons.’ Omgekeerd is er onderzoek waaruit blijkt dat mensen met lage IgE-niveaus juist een verhoogd kankerrisico te hebben. ‘Door mechanismen die te maken hebben met tumorcelfagocytose.’ (Het ‘opeten’ van tumorcellen door fagocyten.) ‘Dit is in lijn met voorstellen die IgE willen gebruiken als anti-kankertherapie.’
Beeld: Wikipedia
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief