Voedselpatronen met een groot aandeel vet of juist een hoog aandeel koolhydraten verhogen het risico op voortijdig overlijden, onder andere door kanker. Maar er zijn man-vrouwverschillen in de gevolgen van extreme voedingsgewoonten, concludeert een Japanse cohortstudie. Amerikaans proefdieronderzoek toont hoe een vetrijk dieet veranderingen teweeg brengt die het ontstaan van darmkanker bevorderen.
De trend om vet zoveel mogelijk te mijden, is afgelost door de belangstelling voor hoog-vetdiëten. Het ketogene dieet is van dat laatste het extreemste voorbeeld. In een ketogeen dieet is het aandeel koolhydraten beperkt tot minder dan tien procent van de dagelijkse calorieën; wat neerkomt op een graatmagere 25 tot vijftig gram. Op korte termijn geeft dit de bloedsuikerhuishouding en de insulinegevoeligheid een enorme boost. Maar op de lange termijn zou deze gezondheidswinst heel goed in een verlies kunnen omslaan, waarschuwen wetenschappers van de Nagoya universiteit.
Koolhydraten
Ze analyseerden de voedselpatronen van ruim 81duizend Japanners en deden daar in The Journal of Nutrition – samenvatting – verslag van. Na een gemiddelde opvolgduur van negen jaar waren van 1.835 mannen en 945 vrouwen overleden. Mannen die minder dan veertig procent van hun dagelijkse calorieën uit koolhydraten haalden, hadden een 59 procent hoger overlijdensrisico dan mannen die de helft of meer van hun energie in de vorm van koolhydraten tot zich namen.
Onder de vrouwen was een hoog aandeel koolhydraten in de voeding (meer dan 65 procent van de calorieën) geassocieerd met een 71 procent hoger overlijdensrisico, vergeleken met vrouwen die tussen vijftig en 55 procent van hun dagelijkse calorieën uit koolhydraten binnen kregen.
Vet
Mannen die meer vet aten, hadden een hoger risico te overlijden aan kanker of daaraan gerelateerde oorzaken. Een aandeel van 35 procent of meer vet in de voeding leverde een gemiddeld 79 procent hoger risico op kanker-gerelateerd overlijden in vergelijking tot mannen die de vetinname binnen de perken hielden (tussen twintig en 25 procent van de energie-inname).
In dit Japanse cohort lijkt het er dus op dat vrouwen wat beter overweg kunnen met hogere vetpercentages dan mannen. Wat ook gesuggereerd wordt door een lichte trend tussen hogere vetconsumptie en een lagere kanker-gerelateerde en algemene sterfte onder vrouwen.
Het soort vetten en koolhydraten deed er in dit onderzoek minder toe. Bij mannen was een lager aandeel van onverzadigde vetten ongunstig. Terwijl een hoger aandeel verzadigde vetten bij vrouwen nog altijd geassocieerd was met een langer leven, meldt het nieuwsbericht op de universiteitswebsite ter aanvulling. Dat nog eens wijst op ieders noodzaak ‘de dagelijkse voeding zorgvuldig samen te stellen uit een variëteit van voedselbronnen en extremen daarbij te vermijden’.
Vet en darmkanker
Het verschil in vettolerantie tussen mannen en vrouwen zou mede kunnen verklaren waarom meer mannen dan vrouwen darmkanker krijgen. Waarschijnlijk geldt dat ook voor muizen, in Cell Reports noemen onderzoekers van het Salk Institute in Califorië (VS) twee belangrijke beperkingen van hun onderzoek naar het effect van een hoog-vetdieet op de conditie van darm. Ten eerste dat de resultaten van de proefdieren niet zomaar op mensen overdraagbaar zijn. Ten tweede dat ze uitsluitend mannetjesmuizen voor hun experimenten gebruikten.
Niettemin plaatsen de onderzoekers hun bevindingen wel degelijk in de context van de almaar stijgende incidentie van darmkanker wereldwijd, ook onder jongere volwassenen. Naast leeftijd is overgewicht een drijvende factor, schrijven ze, en voor dat laatste is het ongezonde Westerse dieet grotendeels verantwoordelijk. Dat dieet kenmerkt zich volgens de auteurs door een hoog aandeel vet.
In 2019 toonde de onderzoeksgroep hoe hun proefdieren darmkanker kregen vam een vetrijk dieet. De toename van galzuren veroorzaakten de uitval van een receptor op darmstamcellen, die een functie heeft in het onderhoud van het darmweefsel. Voortbouwend op die uitkomsten, onderzocht het team nu de relaties tussen de voeding, darmbacteriën en galzuren.
Daarbij gebruikten ze zowel normale muizen als muizen met een genetische verandering die ze vatbaarder voor darmkanker maakte. Beide soorten kregen twee diëten te eten: normaal voer en voer dat voor zestig procent uit vet bestond. Weinig verrassend was de bevinding dat het microbioom en het metaboloom (markers van het metabolisme zoals die te vinden zijn in het bloed en de ontlasting) veranderen tijdens de progressie van de ziekte. Ook de bevinding dat dieet de dominante factor was voor het microbioom van de genetische gemanipuleerde muizen, was te verwachten.
Interessant was dat de onderzoekers konden aantonen dat deze veranderde bacteriële samenstelling, soorten bevatten die galzuur in talloze verschillende vormen kunnen veranderen. De onderzoekers telden 150 soorten galzuren, waarvan er zeventig ook bij mensen zijn aangetoond. Daaronder ook de galzuren die verantwoordelijk zijn voor het uitschakelen de eerder genoemde beschermende (FXR) receptor.
Beeld boven: Reiko Matsushita
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief